Wat maakt een foto interessant?
Gerben Ferwerda probeert hier vat op te krijgen in de eerste column op de website van de LAFV. Gerben is LAFV-lid en schrijft vaker columns en kritieken. Reacties zijn van harte welkom!
Ook een (gast)column schrijven? Stuur een mailtje aan communicatie@lafv.nl.
De foto, het cliché – door Gerben Ferwerda
Wat is er zo leuk aan foto’s? Je kan er iets mee vastleggen, dat is het. Maar als je de plaatjes naast elkaar legt, dringt zich vanzelf de vraag op: Welke foto is nu beter dan een andere? De meest pure foto is het kiekje van een groep mensen, vaak familieleden die bij de Eiffeltoren staan en zich door een voorbijganger hebben laten fotograferen. Als herinnering voor henzelf, en als bewijs dat ze er waren voor anderen. Om te laten zien dat het gezellig was, lachen ze breed (dat is sociaal-psychologisch het best voor die familie, dan roep je geen vragen op bij degenen die de foto bekijken), en ze staan ook liever in de zon dan in de regen tijdens de foto. Je kan zeggen dat het een cliché is om zo te fotograferen. En dan zie je dat er regels worden toegepast.
Er spelen zo al drie dingen: De omgeving (de zon, geen regen), de uitstraling van de groep (lachend, vrolijk) en de opstelling (dicht bij elkaar, iedereen goed zichtbaar, groten staand achter, kinderen voorop). Je ziet dan ook dat je die regels kunt omgooien om een andere foto te maken. Houd de Eiffeltoren er in, maar ga er in een regenbui staan. Of kijk somber, verdrietig of laat de kinderen achter staan, bijna onzichtbaar achter de groten, waarbij de gezichten van de kinderen net tussen de benen van de volwassenen doorschemeren. Voor je het weet heb je een winnende foto voor bij een fotowedstrijd.
Hoe komt dat? Omdat die twee laatste foto’s zorgelijke vragen oproepen. Slecht nieuws roept nu eenmaal meer gevoelens op dan goed nieuws, en daar houden mensen van: Als er vragen worden opgeworpen gaan het gevoel en het verstand ermee aan de slag. Waarom stond die groep daar, zijn ze misschien op de vlucht en bang? Als je de foto dan nog eens zwart-wit afdrukt, zonder storend vrolijke kleuren, maar wel met groot contrast: Bingo!
Nu is de menselijke geest nogal een eigenwijs ding, dus je ziet soms ook dat echt iedereen vermijdt om een cliché te volgen. Bij de Eiffeltoren moet je dus iets geks doen, je moet in de lucht springen, of je moet net doen alsof je hem omduwt of juist behoedt voor omvallen.
Daar is de toren van Pisa trouwens wat geschikter voor.
Maar voor je het weet is dat gek doen ook weer een cliché geworden. En daar weer een foto van nemen, van al die mensen die gek staan te doen bij een toren, dat is (u raadt het) eveneens een cliché.
Een ander probleem voor een boeiende foto is dat je, als je uitgaat van het platgetreden pad, niet teveel regels moet overtreden. Dan gaat het ook fout: Het wordt een onherkenbare afbeelding die teveel vragen oproept. Dan wordt het een foto zonder aanknopingspunt, je kijkt er niet lang naar. Of u juist wel? Raakt de onderstaande foto van de Eiffeltoren u?
Nou zeg, gemakkelijk is het niet, interessante foto’s maken. Dat roept de vraag op, waarom kijken we eigenlijk naar een foto, en hoelang? Heeft u een idee? Laat het weten. Dat behandelen we dan weer in de volgende column.
Gerben Ferwerda is lid van de LAFV.
Reacties op deze column zijn van harte welkom (hieronder of via Gferwerda@live.nl).
Bronvermelding foto’s: